Teelt van Boleten stap dichterbij
Dr. ir. J. Baar, P.Oei, Spore
Bij boomkwekerij Tenax van Jan Dictus in Rijsbergen staan bijzondere populieren: rond hun wortelstelsel groeit de zwamvlok van een eetbare en smakelijk boleet, Leccinum duriusculum. Deze Elfenboleet heeft vier belangrijke eigenschappen: hij fructificeert massaal, is lang houdbaar vanwege zijn stevigheid, wordt nauwelijks aangetast door insecten en leeft samen met snelgroeiende boomsoorten (zoals Ratelpopulier en Witte abeel). Van de boleten is het Eekhoorntjesbrood culinair gezien wel de bekendste, maar daarnaast zijn er tientallen andere eetbare boleten zoals de Elfenboleet. Dit is de eerste keer dat in Nederland succesvol entingen met smakelijke mycorrhiza paddestoelen zijn uitgevoerd en wereldwijd een primeur voor de Elfenboleet. Bovendien is in kaart gebracht op wat voor bodem de paddestoelen voorkomen en bij welk beheer de paddestoelen boven de grond komen. De volgende stap is bomen in het veld te gaan uitplanten en daadwerkelijk paddestoelen te gaan oogsten.
Waarom eetbare mycorrhiza paddestoelen kweken?
Veel smakelijke paddestoelen zijn alleen in de natuur te vinden en niet te kweken in champignoncellen. In Nederland gaat het daarbij om de bekende Cantharel en het Eekhoorntjesbrood, in het buitenland om de Truffel (Frankrijk, Nieuw Zeeland) en de Matsutake (Japan). Deze paddestoelen behoren allen tot de groep van mycorrhizavormers: hun zwamvlok groeit rond de worteltopjes van hun gastheer (bomen) en onttrekt suikers aan de boomwortels. De zwammen dragen ook bij aan de groei van de bomen, want ze nemen zeer efficiënt voedingsstoffen en water voor de boom op uit de bodem. In feite is het voor de boom efficiënter om zich door de zwam te laten voorzien dan om zelf een wijdvertakt netwerk van wortels aan te leggen. Bovendien beschermen de mycorrhiza de boom tegen parasitaire schimmels, omdat ze een beschermende mantel om de worteltopjes heen vormen en afweerstoffen produceren. Verder houden ze de suikerconcentratie in de wortels laag, waardoor het minder aantrekkelijk is voor parasieten om de wortels te infecteren.
In Frankrijk bestaan al gespecialiseerde kwekerijen, die zaailingen leveren met truffelmycelium rond het wortelstelsel.
Project Boleten enten bij Witte abeel
Met steun van LASER (uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Landbouw) heeft boomkwekerij Tenax de afgelopen drie jaar onderzoek uit laten voeren om een nieuw product op de markt te kunnen brengen: bomen die geënt zijn met eetbare boleten, mycorrhiza paddestoelen bij uitstek. Het onderzoek bestond uit de volgende onderdelen:
Veldplaatsonderzoek naar de omstandigheden waaronder de Elfenboleten (Leccinum duriusculum) in de natuur voorkomen
Isoleren van het weefsel van de boleet en steriel bereiden van het entmateriaal
Het enten van jonge zaailingen en monitoren van de zwamvlok rond de wortels
1 Veldplaatsonderzoek en beheer
Bodems waarop de betreffende boleten in Nederland voorkomen variëren van zeer lichte zandgrond via zavel naar klei. Zowel op klei als zand zijn massale fructificaties gerapporteerd. De pH (NaCl2) mag niet hoger zijn dan 6,2; van 30 locaties waar de boleet voorkwam fluctueerde de pH globaal van 4 tot 6. Op 22 locaties waar de boleet niet voorkwam lag de pH altijd boven de 6,3. De pH lijkt daarmee van doorslaggevende invloed voor het voorkomen van de boleten bij volwassen solitaire abelen. Net als andere mycorrhizavormers houdt de Elfenboleet waarschijnlijk niet van hoge concentraties fosfaat en stikstof. Voor kaliumconcentraties die optimaal zijn voor laanbomenkwekerijen daarentegen is de Elfenboleet niet gevoelig, net zo min als voor verhoogde aluminiumconcentraties.
Tabel minimale en maximale waarden uit bodemanalyse van 9 standplaatsen
Bodemconditie Min Max Eenheid
Organische stof
3,3
8,5
%
zuurstofvermogen
125
245
bacteriegetal aeroob
0,9
15
Mk
bacteriegetal anaeroob
0,17
1,6
Mk
gisten totaal
2
14
K
schimmels totaal
11
33
K
Pseudomonas
600
5100
K
totaal organische koolstof
52
113
ton organische koolstof per ha in bovenste 20 cm
zuurgraad pH NaCl2
4,0
6,2
zuurgraad pH H2O
5,3
6,9
Calcium reserve
0,3
0,6
uitgedrukt in % CaCO3
Mineralen
Stikstof
minerale stikstof
1
28
kg nitraat per ha in bovenste 20 cm
totaal stikstof
3,3
7,4
totaal stikstof per ha in bovenste 20 cm
C/N quotient org stof
12
19
verhouding koolstof/stikstof in organische stof
Fosfaat
fosfor opneembaar
0,3
0,7
mg P2O5 per 100 gram droge grond
fosfor (P-Al)
3
32
mg P2O5 per 100 gram droge grond
fosfor totaal
1,8
4,3
totaal fosfaat in tonnen P2O5 per ha in bovenste 20 cm
C/P quotient
48
121
verhouding organische koolstof - totaal fosfaat
fosfaatfixatie
22
95
kg P2O5 per ha momentele fixatie
Kalium
Min
Max
kalium opneembaar
4
10
mg K2O per 100 gram droge grond
kalium (HCl)
8
19
mg K2O per 100 gram droge grond
kaligetal
13
30
Magnesium
magnesium opneembaar
94
254
MgO-NaCl plant opneembaar magnesium (mg MgO/kg
magnesium uitwisselbaar
160
412
Magensiumreserve: mg MgO/kg
Natrium uitwisselbaar
5
10
mg/kg droge grond
Zwavel uitwisselbaar
22
50
mg/kg droge grond
Borium
0,1
0,5
mg/kg droge grond
Cobalt
0,2
0,6
mg/kg droge grond
Koper
1,1
3,7
mg/kg droge grond
Lithium
0,2
0,4
mg/kg droge grond
Silicium opneembaar
9
22
mg/kg droge grond
Silicium uitwisselbaar
71
514
mg/kg droge grond
Zink opneembaar
0,1
4,8
mg/kg droge grond
Zink uitwisselbaar
4
16
mg/kg droge grond
Mangaan opneembaar *
4,8
28,9
mg/kg droge grond
Mangaan uitwisselbaar
30
140
mg/kg droge grond
IJzer actief
0,5
2,5
mg/kg droge grond
IJzer uitwisselbaar
240
810
mg/kg droge grond
Aluminium actief *
1,9
8,2
mg/kg droge grond
Aluminium uitwisselbaar 210 570 mg/kg droge grond
Lood uitwisselbaar
1
2,8
mg/kg droge grond
Cadmium opneembaar
0,04
0,08
mg/kg droge grond
Cadmium uitwisselbaar
<0,5
<0,5
mg/kg droge grond
Vet zijn die waarden aangegeven die waarschijnlijk relevant zijn voor de Populierboleet; met een * zijn waarden aangegeven die mogelijk relevant zijn; niet gemarkeerde waarden zijn waarschijnlijk niet relevant.
Of een bepaalde bodem geschikt is kan ook blijken uit de plantengemeenschappen die er voorkomen. Als er een combinatie staan van plantensoorten die specifiek zijn voor zowel schrale als rijkere bodems, is de kans groot dat de bodem geschikt is voor de Elfenboleten. Soorten die bij dit onderzoek naar voren zijn gekomen zijn o.a. Kamgras, Rood zwenkgras, Reukgras in combinatie met Glanshaver en Poa trivialis. Bij verschillende recreatieplassen in de regio Nijmegen, Wijchen en Oss komen de boleten langs het (naakt)strand voor, meestal binnen een straal van 5 meter vanaf de boom, doch in enkele gevallen tot 15 meter verwijderd van de dichtstbijzijnde Witte abeel.
De Elfenboleet blijkt bij verschillende typen beheer vruchtlichamen te kunnen vormen: zowel bij maandelijks maaien, een of tweemaal jaarlijks maaien met afvoeren van maaisel en in het geheel niet maaien. In het laatste geval treedt er een dichte opslag van abelen op, omdat deze soort veel wortelopslag vertoont. Natuurlijk heeft het beheer wel invloed op de bodemsamenstelling. Door maaisel af te voeren en geen bemesting toe te passen zullen concentraties van meststoffen als fosfaat, kalium en stikstof afnemen. Een in de herfst gemaaide vegetatie vangt weinig strooisel in, wat bijdraagt aan schrale omstandigheden. Onder zulke omstandigheden gedijen mycorrhiza paddestoelen het beste. De Elfenboleet fructificeert vanaf mei tot begin november met een piek in september, afhankelijk van de weersomstandigheden. Opbrengsten per boom zijn minimaal 1 kilo jaarlijks; onderzoek op dit gebied is verstoord doordat andere plukkers vruchtlichamen hadden geoogst.
Isoleren en kweken van de zwamvlok
Het vermeerderen van de zwamvlok bleek een hele klus te zijn. Het maken van een weefselkweek is bij grote vlezige paddestoelen als de Elfenboleet weliswaar relatief eenvoudig, maar het vervolgens doen groeien van het mycelium kostte veel tijd. Anders dan saprofitische paddestoelen, die in tien dagen een petrischaaltje volgroeien, duurt het bij de paddestoelen om te beginnen al drie weken voordat hij uberhaupt begint te groeien. Daarna vordert de groei zeer traag met ca. 5 mm per week. Diverse voedingsbodems zijn getest op geschiktheid voor de Elfenboleet. Bij het beoordelen daarvan speelt niet alleen de groeisnelheid een rol, maar ook de dichtheid van het mycelium. Uiteindelijk bleek een aangepaste BAF+ receptuur optimaal voor de Elfenboleet, maar het blijft een trage groeier. Vervolgens zijn experimenten gedaan om grotere hoeveelheden entmateriaal op een luchtige bodem van turf met perliet te laten groeien.
Het enten van jonge Abelen
In september 1999 zijn enkele tientallen jonge boompjes op verschillende manieren geënt en een aantal ter controle onbehandeld. De entingen zijn uitgevoerd met stukjes agar van twee verschillende voedingsbodems en met grond, waarin de zwamvlok aanwezig was. De boompjes waren gekweekt in speciale Jumbo Rootrainers, openvouwbare hoge containers van 1 liter. De eerste maanden was er totaal geen groei te zien. In juli 2000 bleken bij vrijwel alle boompjes die met grond behandeld waren, verschillende kolonies van de juiste mycorrhiza aanwezig. Bij een aantal besloeg de kolonie vrijwel het gehele worteloppervlak langs de container. De boompjes die met BAF voedingsbodem behandeld waren, vertoonden ook kolonies doch in mindere mate. In een aantal gevallen was duidelijk zichtbaar dat de wortels door de voedingsbodem heen groeiden en daar ook mycorrhiza vormen. De boompjes met entmateriaal op basis van MMN vertoonden vrijwel geen mycorrhizavorming.
De niet geënte boompjes, die inmiddels bijna anderhalf jaar buiten staan, vertonen geen mycorrhiza, ook niet van andere soorten. Blijkbaar slagen sporen van mycorrhiza paddestoelen er de eerste tijd niet in bij de wortels terecht te komen en tot mycorrhizavorming over te gaan.
Bij mycorrhizaschimmels bestaat er het gevaar dat een andere schimmel per ongeluk voor de gewenste zwamvlok wordt aangezien. Om er zeker van te zijn dat het de juiste mycorrhizaschimmel betrof, zijn DNA monsters genomen. De resultaten hiervan zijn nog niet bekend.
Discussie
Aangetoond is dat het mogelijk is om gecontroleerd mycorrhiza van de Elfenboleet te enten bij Witte abelen en het is waarschijnlijk dat deze op de juiste bodem en bij het juiste beheer in de toekomst ook vruchtlichamen zullen gaan vormen. Bewezen is dit echter nog niet. Op de standplaatsen waar de Elfenboleet van nature voorkomt, zijn de abelen meestal zo’n twintig jaar oud. Op één locatie groeien de boleten tussen ca. driejarige opslag van abelen, echter binnen het bereik van het wortelstelsel van een oudere abeel. Van de nauw verwante Rosse populierboleet zijn gevallen bekend waar de paddestoelen al fructificeerden bij een tweejarig boompje. Onduidelijk is of de zwamvlok van de Elfenboleet pas in een latere fase van de boom is verschenen en daarom in de beginperiode geen paddestoelen aanwezig waren, of dat de paddestoel de biomassa van een oudere boom nodig heeft om vruchten te kunnen vormen. Uit ons onderzoek blijkt dat Abelen in containers in de eerste twee jaar geen spontane mycorrhiza’s uit de lucht verkrijgen. Nader onderzoek met bomen in het veld zal aantonen wanneer de eerste vruchtlichamen te verwachten zijn.
Marktkansen
Een Witte abeel met Elfenbrood onderscheidt zich van andere bomen; in Nederland is dit een aantrekkelijk alternatief voor groenbeheerders die extra natuurbeleving willen door parken of recreatiegebieden ten dele met deze soort te beplanten. Een ander marktsegment betreft beheerders van landgoederen, die extra inkomsten uit hun bos willen halen. Particulieren zijn wellicht geïnteresseerd in struikvormen van de abeel. Grootschalige toepassingen zijn verder mogelijk bij een combinatie van houtteelt voor duurzame energie opwekking en extensieve paddestoelenteelt. Naar verwachting zullen in 2001 voor het eerst enkele honderden boompjes beschikbaar zijn.
Bij een pH NaCl2 van ca. 4,1 tot en met 6,2 komt de Harde populiereboleet voor. Daarboven is de soort afwezig. Deze nieuwe experimenten met monsters van een groter aantal locaties bevestigen de eerdere hypothese dat de soort niet voorkomt (althans niet fructificeert) op neutrale en basische bodems.
De pH blijkt niet sterk te fluctueren rond een bepaalde boom; over het algemeen is de fluctuatie beperkt tot 0,4 met een enkele afwijking.
Oogstpotentieel
Twee jaar lang zijn verschillende locaties in het seizoen tweewekelijks geobserveerd en aantekeningen gemaakt van aantallen en opbrengsten van de paddestoelen. De periode waarin de paddestoelen voorkomen is van medio mei tot medio november. Per boom loopt de cumulatieve oogst uiteen van 0,5 kilo tot vijf kilo per seizoen met een gemiddelde van 2,3 kilo. Door externe invloeden (andere plukkers, maaien, spelende honden) is de potentiële oogst waarschijnlijk 25 – 50% hoger. Minstens drie keer zijn sporen gevonden van afgesneden steelresten van andere plukkers.
Het merendeel (90%) van de oogst bevindt zich op minder dan zes meter afstand van de boom, in een enkel geval komen paddestoelen tot 12 meter verwijderd van de bomen voor. Opvallend is dat de zwamvlok op sommige locaties maar twee keer per jaar fructificeert, terwijl andere zwamvlokken vier keer in het jaar paddestoelen vormen.
Bij ruim uitgeplante bomen op een gemiddelde afstand van 10 meter is er per hectare ruimte voor 100 bomen met een opbrengst van vijftig tot 500 kilo boleten per jaar. Door te bevochtigen en optimalisering van het beheer is het waarschijnlijk mogelijk de opbrengst te verhogen. Er is bij andere mycorrhizasoorten door Franse onderzoekers aangetoond dat er een directe relatie bestaat tussen neerslag en het verschijnen van de paddestoelen. Van de zwarte truffel is bekend dat de opbrengst 100 kilo per hectare kan bedragen. Cijfers uit de VS (Oregon) geven voor een geheel natuurlijk bos aan dat 15 kg Cantharel per hectare geoogst kan worden.
Voor inhoudelijke informatie:
Peter Oei, projectleider Boleten enten bij de Witte abeel, 06 515 42 882
Dr. Ir. J. Baar: myceliumonderzoek en determinatie van mycorrhiza