Mushrooms & More


Biologie


 

Het verschil tussen planten en schimmels

Planten zetten zonlicht en kooldioxide om in suikers en bouwen daarmee hun cellen. Hun energiebron is de zon; bladgroen zorgt ervoor dat ze het zonlicht onder bepaalde omstandigheden kunnen opslaan in de vorm van koolhydraten.
Paddestoelen kunnen zonne-energie niet direct benutten. Net als dieren (en mensen) zijn ze uiteindelijk afhankelijk van planten voor hun voedselvoorziening. Het weefsel van paddestoelen lijkt sterk op dat van planten, met stevige celranden en één of meer kernen per cel. Het belangrijkste verschil tussen paddestoelen en planten is dus dat paddestoelen afhankelijk zijn van andere organismen voor hun voedselvoorziening.
Overigens is de term 'paddestoel' eigenlijk alleen weggelegd voor het vruchtlichaam dat de zogenaamde zwamvlok produceert. Die zwamvlok is vaak onzichtbaar: die groeit onder de grond of in het hout. Omdat de vruchtlichamen eenvoudiger te determineren zijn dan de onderliggende zwamvlok wordt de term paddestoel ook vaak gebruikt om het organisme aan te duiden.

 

ecologie: saprofieten, parasieten en symbionten

Er zijn grofweg drie ecologische groepen paddestoelen te onderscheiden.

  1. Saprofieten verteren organisch materiaal dat afgestorven is

  2. Parasieten profiteren van levende wezens (zonder een nuttige functie te vervullen voor het aangetaste organisme)

  3. Symbionten leven samen met planten: ze leveren water en waardevolle mineralen aan de boom en voorzien in hun energievoorziening door koolhydraten van de boom te gebruiken.

In werkelijkheid kan de leefwijze variëren: een zwam die in principe een symbiotische relatie met een boom onderhoudt, kan parasitisch worden als het slechter gaat met de boom. Een parasiet die een boom heeft gedood, kan nog jaren lang als saprofiet op het dode hout verder leven.
Wie paddestoelen wil kweken, zal in principe kiezen voor de saprofieten. Het kweken van parasieten zou een aantasting van de omgeving kunnen veroorzaken en het kweken van symbionten is tot nu toe alleen mogelijk gebleken in combinatie met levende bomen.

de levenscyclus van de zwam

Hogere zwammen verspreiden zich door vruchtlichamen te maken, die miljoenen sporen produceren. Een klein deel van de sporen komt terecht op een plek waar voldoende voedsel is om uit te groeien. Onder gunstige omstandigheden kiemt de spore en vormt een zwamdraad: de hyfe. De hyfe deelt zich en vormt een netwerk van zwamdraden: de zwamvlok. Bij sommige soorten (waaronder de champignon) kan een zwamvlok, die uit een enkele spore is ontstaan, weer vruchtlichamen geven. In de regel kunnen zwamvlokken echter pas vruchtlichamen produceren, als ze het DNA van twee compatibele sporen bevatten.
Voor kwekers is het van belang om goed onderscheid te maken tussen verschillende ontwikkelingsfasen van de zwamvlok: in de eerste (vegetatieve) fase koloniseert de zwamvlok het ter beschikking gestelde substraat. Na die kolonisatiefase volgt de generatieve oftewel fructificatiefase. Door veranderde omstandigheden gaat de zwamvlok vruchtlichamen produceren. Bijvoorbeeld omdat de temperatuur daalt, of de zwamvlok een fysieke schok krijgt. Pas dan krijgt een kweker kleine knopjes te zien, die in korte tijd uitgroeien tot plukrijpe paddestoelen.